Begrippenlijst
Aardbeving
Trilling van de aarde als gevolg van het plotseling verschuiven van stukken van de aardkorst of van de eronder liggende mantel.
Absolute ouderdomsbepaling
Methode om de ouderdom uitgedrukt in (miljoenen) jaren te bepalen.
Asthenosfeer
De enigszins plastische. Op 50 tot 200 km diepte aanwezige, buitenste schil van de aardmantel.
Basalt
Stollingsgesteente dat bij vulkanische uitbarstingen aan de oppervlakte komt (uitvloeiingsgesteente)
Breuk
Onderbreking van gesteentelagen waarlangs verschuivingen kunnen plaatsvinden of hebben plaatsgevonden.
Breukgebergte
Gebergte dat ontstaat in een gebied met een sterke breukactiviteit.
Caldeira
Een zeer grote vulkaankrater die is ontstaan door het instorten van het dak van een leeggelopen magmakamer.
Continentale korst
Aardkorst waaruit de continenten bestaan, met een soortelijke massa van ongeveer 2,8 en grotendeels bestaand uit graniet.
Convectiestroom
Stroming van vloeibaar gesteente die in de mantel opwelt, onder de lithosfeer afkoelt, zijdelings wegstroomt en uiteindelijk weer neer daalt.
Convergentie
Het naar elkaar toe bewegen van platen.
Diepzeetrog
Langgerekte, diepe inzinking langs de rand van dalende oceanische platen.
Divergentie
Het van elkaar af bewegen van platen.
Effusieve uitbarsting
Rustige vulkaanuitbarsting.
Epicentrum
Het punt aan het aardoppervlak dat loodrecht boven de aardbevingshaard ligt.
Eruptie
Vulkaanuitbarsting.
Explosieve uitbarsting
Heftige vulkaanuitbarsting
Geologische tijdschaal
Indeling van de 4,6 miljard jaren omvattende geologische geschiedenis van de aarde.
Graniet
Fijnkorrelig stollingsgesteente dat rijk is aan kwarts.
Haard
Het herkomstgebied van het magma.
Horst
Gedeelte van de aardkorst waarin de gesteentelagen relatief hoog gelegen zijn.
Hotspot
De plaats aan het aardoppervlak waar een mantelpluim door de korst is gebroken of waar hij tot dicht bij het oppervlak is doorgedrongen.
Hypocentrum
Aardbevingshaard, het punt waar de aardbeving ontstaat; ligt recht onder het epicentrum.
Kern
Het binnenste gedeelte van de aarde.
Korst
De lichte, buitenste schil van de aarde. De dikte varieert van 5 kilometer onder de oceanen tot 30 kilometer onder de continenten.
Lava
Dan al niet gestold, over het aardoppervlak uitgevloeid magma.
Lithosfeer
De buitenste schil van de aarde, bestaande uit de aardkorst en het vaste, buitenste gedeelte van de aardmantel.
Magma
Hete, vloeibare gesteentemassa die tot in de aardkorst is doorgedrongen.
Mantel
Plastische laag onder de aardkorst die tot een diepte van 2.900 kilometer reikt.
Mid-oceanische rug
Onderzeese gebergteketen die ontstaan is doordat mantelmateriaal midden in de oceanen over een grote lente omhoog gedrukt wordt.
Moho-laag
De grens tussen de korst en de mantel.
Oceanische korst
Aardkorst onder de oceanen met een soortelijke massa van ongeveer 3,0 die voornamelijk bestaat uit basalt.
Paleomagnetisme
Het gedrag van aardmagnetisme in het verleden.
Plaat
Gedeelte van de lithosfeer dat drijft op de asthenosfeer.
Platentektoniek
De processen waarbij platen ontstaan, bewegen en verdwijnen.
Plooiingsgebergte
Gebergte dat is ontstaan door de plooiing van de aardkorst.
Principe van het actualisme
Het principe dat ervan uitgaat dat natuurwetten in het verleden en het heden hetzelfde zijn.
Relatieve tijdschaal
Ouderdomsbepalingen waarbij je ervan uitgaat dat tijdperken in de aardgeschiedenis worden gekenmerkt door bepaalde planten en dieren. Is eenmaal de volgorde vastgesteld waarin de fossielen van deze planten en dieren in de gesteenten voorkomen, dan kun je deze gebruiken om van gesteenten die je ergens anders vindt, de plaats in die volgorde vast te stellen.
Samengestelde of stratovulkaan
Vulkaantype waarvan de kegel is opgebouwd uit afwisselend as- en lavalagen.
Schild
Uitgestrekt, geologisch stabiel deel van de aardkorst van minstens 500 miljoen jaar oud.
Schildvulkaan
Vulkaan met een brede basis en zeer flauwe hellingen die uit dunne, vloeibare lava is ontstaan.
Slenk
Langgerekt gedeelte van de aardkorst dat langs breuken relatief gedaald is ten opzichte van de omgeving.
Spleeteruptie
Vulkaanuitbarsting waarbij dunne, vloeibare lava met weinig gas rustig uit spleten vloeit.
Subductiezone
Gebied waar ene plaat onder een andere plaat duikt.
Transforme plaatgrens
Grens waar de platen langs elkaar schuiven.
Tsunami
Hoge golf die ontstaat door een aardbeving of een vulkaanuitbarsting.
Maak jouw eigen website met JouwWeb