Paragraaf 1
De aarde is een van de negen planeten die draait om de zon. De afstand die de aarde om de zon maakt is 150 miljoen kilometer. De zon zorgt voor ons op aarde voor licht en warmte, zonder deze twee dingen zou er geen leven op aarde mogelijk zijn. Er draaien nog acht planeten om de zon, samen vormen ze ons zonnestelsel. De zon is een van de miljarden sterren waaruit dit zonnestelsel, het Melkwegstelsel bestaat.
Het wordt geschat dat de aarde ongeveer 4,6 miljard jaar bestaat. Geologen hebben deze hoeveelheid jaren kunnen aangeven op een geologische tijdschaal, dit hebben ze gedaan omdat het in jaren niet uit te drukken is. De tijdschaal is onderverdeeld in tijdperken, perioden en tijdvakken. Dit onderscheid is gemaakt tussen de kenmerken van planten- en dierenlevens voor een bepaald tijdperk of op basis van karakteristiek gesteente. Aanvankelijk was er alleen een relatieve tijdschaal. De volgorde van de tijdperk was bekend, maar de werkelijke ouderdom in jaren kon niet worden vastgesteld. Men maakte gebruik van fossielen die kenmerkend voor een tijdvak om zo een volgorde van perioden te kunnen vaststellen. Later kon er pas een nauwkeurige schatting worden gemaakt van de werkelijke ouderdom van geologische materiaal door gebruik te maken van het radioactieve verval van gesteenten. Door deze absolute ouderdomsbepaling was het mogelijk jaartallen te koppelen aan de relatieve tijdschaal.
De afstand tussen het aardoppervlak en het midden van de aarde is 6.400 kilometer. Dat is in vergelijking met de diepste mijn in Zuid-Afrika die 3,5 kilometer diep is erg klein. Ondanks dat we nooit bij de diepste punt van de aarde kunnen komen weten we wel dat de aarde is opgebouwd uit een aantal bolschillen: De kern, de mantel en de korst. Hier is weer een verschil tussen aggregatietoestand (vast of vloeibaar). De binnen mantel is een vaste stof, de buitenmantel is taai-vloeibaar. De grens tussen de korst en de mantel wordt het Moholaag genoemd. Zuurstofrijke gesteenten van de korst en de zuurstofarme gesteenten van het vaste buitendeel van de mantel vormen samen het lithosfeer (steenschaal). De lithosfeer is tussen de 100 en 150 kilometer dik en wordt onderverdeeld in de continentale korst en de oceanische korst. Het verschil in dikte tussen continenten- en oceaanbodems is grotendeels te verklaren uit de verschillen in dikte van de gesteenten en de soortelijke massa waaruit ze zijn samengesteld. De continenten bestaan voornamelijk uit graniet, de soortelijke massa is 2,8. De oceaanbodems bestaan uit basalt, soortelijke massa is 3,0.
Maak jouw eigen website met JouwWeb